Van lezers:
(Mohana van den Kroonenberg)
Ik heb Een odyssee uit en met heel veel plezier gelezen. De twijfels van de hoofdfiguur, zijn heel goed te begrijpen, mooi en zorgvuldig uiteengezet. Het jezelf tot een oplossing dwingen en daar niet uitkomen, omdat de oplossing al denkend geforceerd wordt (op een gegeven moment maakt de ik-figuur zelfs een soort lijstje… ernstig en grappig tegelijk, want zo herkenbaar) is heel waarachtig. Mooi hoe de twee lijnen, de tocht door het water met de meisjes en de innerlijke reis op elkaar gelegd zijn.
—–
(Carla van den Berge)
(Ook) in Een odyssee bleef ik lezen! En het slot is sterk. Maar hier had ik wel het idee dat er te veel verteld wordt voor zo’n klein boek. In een paar dagen maakt de hoofdpersoon door waar iemand anders een jaar of soms nog veel meer over doet. Levensvragen in versnelling beantwoord. De overdenkingen over het vaderschap, tijdens de oddysee-achtige avonturen maken er een bijzonder verhaal van. Ik denk dat het voor de lezers voor wie je het schreef een mooi boekje is.
—–
Recensie Bazarow: Jacqueline Stil
Dit boek is een reisverhaal, maar ook een liefdesverhaal. Het beoogt een moderne versie te zijn van het eerste epische dichtwerk De Odyssee van Homerus uit plm. 800 v. Chr. Dat gaat over de omzwervingen van de held Odysseus, de bedenker van de list met het paard van Troje. Hij laat zijn geliefde achter, maar raapt na twintig jaar de relatie weer op alsof er niets is gebeurd.
Het is terecht dat Peter den Hollander zegt ‘Een Odyssee’ en niet ‘De Odyssee’. In dit verhaal reizen de ik-figuur en de twee dochters van een bekende familie door Griekenland. Zij brengen een zeilschip van de Kalámata aan de Golf van Messura naar Kiona op Ithaka. (Dat is ook de plaats waar Odysseus naar toe ging). De namen van de hoofdpersonen zijn ontleend aan het oorspronkelijke Odyssee-verhaal. De twee jonge vrouwen heten Athene en Aphrodite, de zoon van de ik-figuur heet Teleman, wat lijkt op de naam van de zoon van Odysseus, Telemachus.
Het komt de ik-figuur goed uit om een poosje op reis te zijn, omdat hij worstelt met de verhoudingen in zijn gezin, nu hij net een half jaar vader is. Het wordt dan ook echt een vakantieverhaal, waarin hij afstand neemt van zijn dagelijkse sores. Niet alleen slapen, eten en varen komen aan bod, de vakantie gasten maken veel meer mij. Zwemmen, zonnen, restaurantjes bezoeken, boodschappen doen, dolfijnen spotten, een storm doorstaan, spelletjes doen, naakt lopen, spreken met toeristen en padvinders, een zeeslag meemaken en naar feesten gaan.
De ik-figuur had thuis al een buitenechtelijke relatie, en in deze reis wordt hij wederom hals over kop verliefd op een (franse) vrouw. Het lijkt of hij om de haverklap verliefd wordt. Zelf snapt hij niet waarom. Hij wordt toch ook niet verliefd op de bevallige Athene of Aphrodite? Waarom dan wel op Cerise?
Het boek toont aan hoe moeilijk het soms kan zijn om absoluut monogaam te zijn. De ik-figuur inderdaad wel loyaal aan zijn gezin, maar hij kan zijn gevoelens niet bedwingen.
Het boek leest prettig, en is zo uit. Na het lezen blijft er een goed gevoel over meegenomen te zijn in een mooie tijd, waar schuld en boete niet telt.